vrijdag 26 september 2014

Start to B.A.R.F.!

Hier is 'ie dan: de B.A.R.F.-handleiding!


Speciaal voor alle geweldige hondenbaasjes die klaar zijn om de stap te zetten naar de meest natuurlijke, gezonde voeding die je een hond maar kan geven: de B.A.R.F.-handleiding! Lees vooral verder en stroop je mouwen maar al op, je trouwste vriend zal je oh zo dankbaar zijn.

What's in a name?

B.A.R.F. = Bones And Raw Food / Biologically Appropriate Raw Food

Hoewel we niet echt van een ontdekking kunnen spreken -vroeger kregen dieren immers ook gewoon rauwe voeding voorgeschoteld en in de natuur is het nog steeds zo- is het onder andere de Australische dierenarts/wetenschapper Ian Billinghurst die rauw voeren weer onder de aandacht heeft gebracht in verscheidene waanzinnig leerzame boeken, op lezingen, etc. Hij deed dit nadat hij de gezondheid van zijn eigen dieren achteruit zag gaan op de brokkenvoeding die zo werd aangeprezen tijdens zijn studies om dierenarts te worden. Hij volgde (gelukkig!) zijn instict, deed research en kwam zo uit bij rauw voeren, zoals de natuur het voorzien had. Omdat hij zijn eigen dieren zo zag opknappen van deze verandering in voeding, heeft hij er min of meer zijn levenswerk van gemaakt om anderen te onderwijzen over wat een gezonde voeding nu eigenlijk inhoudt.

De spelregels

Vooraleer je jouw hond nu -ongetwijfeld goedbedoeld- onmiddellijk een sappige lamsbout toestopt, is het belangrijk om de spelregels te leren kennen. Dit om er voor te zorgen dat je vriendje een goede basis meekrijgt, zodat hij straks optimaal kan genieten van al het lekkers wat de natuur te bieden heeft.

Een goed gebalanceerd B.A.R.F.-menu bestaat uit:
  • 50% vleesbot
  • 25% spiervlees
  • 15% orgaanvlees
  • 10% groente(mix)
  • Af en toe een extraatje
De percentages kunnen wel een beetje aangepast worden, maar dit is een algemene richtlijn die ikzelf ook gebruik.

Combineer en wissel zoveel mogelijk diersoorten af, ook binnen elk onderdeel apart. Elke diersoort heeft zijn eigen samenstelling qua voedingsstoffen en goed gebalanceerd kan je hond er dus optimaal profijt uit halen. Opteer wederom voor zo gezond mogelijke ingrediënten: bio-dynamisch, biologisch, ...

Een pup voer je tussen 5-10% van het huidige lichaamsgewicht.
Een volwassen hond voer je tussen 2-7% van het ideale lichaamsgewicht.
Dit is echter slechts een richtlijn, voeren doe je niet enkel aan de hand van cijfertjes, maar ook 'met de ogen'. Dit wil zeggen dat je goed naar je hond kijkt: is hij te zwaar, te mager? Pas dan de hoeveelheid geleidelijk aan. Hou ook rekening met de omstandigheden: drachtige teef, zogende teef, pup met een groeispurt, etc.

De voedingsbeurten zijn te verdelen volgens leeftijd:
  • '0' - 3 maanden: 4 maaltijden per dag
  • 3 - 6 maanden: 3 maaltijden per dag
  • 6 - 12 maanden (en eventueel verder): 2 maaltijden per dag
Vleesbot

In de eerste plaats is vleesbot een bron van calcium, vitaminen, mineralen en vetzuren.

Vleesbot is goed van kop tot kont! Het is goed voor onder andere de tanden, het tandvlees, de pH-waarde van het maagzuur (wormen), de spijsvertering in het algemeen, de ontlasting in het algemeen en het vermindert de kans op anaalklierproblemen - een veel voorkomend probleem bij brokkenhonden.

Vleesbot verteren is iets wat aangeleerd moet worden; de pH-waarde van het maagzuur moet omlaag, dus zuurder worden, om het goed te verteren en er zo het optimale uit te halen. Idealiter begint dit proces vanaf het afspenen, maar ook bij de omschakeling van brokken naar B.A.R.F. begin je gewoon bij het begin. Soms wordt het aangeraden om niet te beginnen B.A.R.F.'en op een nuchtere maag.
  1. De aller-aller-allereerste stap is het voeren van kippenekjes en naderhand ook eendennekjes. De eerste keren kan je deze eventueel nog plat slaan met een vleeshamer om het de pup/hond iets makkelijker te maken. Maak je hier trouwens niet druk om: een hond is hiervoor gebouwd, dit is hoe het hoort volgens de natuur. Geniet vooral van het genot van jouw hond, en dat geluid van krakende botjes hoort er gewoon bij!
  2. Eenmaal de vertering van kippen- en eendennekken goed lukt (dit is prima te zien aan de ontlasting), kan je rustig opbouwen met het geven van andere kleine delen van kip, eend, kwartel, parelhoen, konijn en fazant. Ook deze delen kunnen, indien gewenst, in het begin nog plat geslaan worden. OPGELET: vleugels dienen in alle hoekstukjes ingeknipt te worden!
  3. Gaat voorgaande goed, dan kan je wederom rustig opbouwen met het voeren van karkassen van voorgaande diersoorten.
  4. En dan volgt (eventueel) het geven van vleesbot (nek, rib, schouder, schedel, heup) van jonge grote dieren zoals lam en kalf.
Verboden: 1 aparte rib, dragende botten van grote dieren, zoals een knie of een poot, kaal vleesbot of gekookt vleesbot.

Aandachtspuntje: witte/kalkachtige ontlasting wijst op een slechte vertering van vleesbot. In dat geval was de bot/vlees-verhouding niet optimaal. Geef de volgende keer dus meer spier- en/of orgaanvlees. Soms kan een slechte bot/vlees-verhouding voor constipatie zorgen. Goed rekenen en portioneren is dus de boodschap! Als je merkt dat je vrij kaal vleesbot mee gekregen hebt, hou hier dan gelijk rekening met en geef sowieso extra vlees.

Spiervlees

Spiervlees wordt doorgaans gewoon naar binnen geslurpt, om de poten bij af te likken. En terecht ook, spiervlees is super goed voor ze en helpt bovendien bij de goede vertering van vleesbot. Als je een flink stuk spiervlees geeft, kan het trouwens wel voor extra kauwplezier zorgen.

Spiervlees is ongeveer al het vlees wat geen orgaanvlees is (of als orgaanvlees wordt beschouwd binnen het B.A.R.F.-menu), om het zo maar effe onhandig te zeggen. Denk bij spiervlees aan onder andere: filets, snijdsels, stoofvlees, steaks, goulashvlees, en gewoon 'vlees-vlees'.

Orgaanvlees

Orgaanvlees is een bron van allerlei vitaminen en mineralen. Elk orgaan van elke diersoort komt met zijn eigen gezondheidspakketje. Orgaanvlees werkt laxerend, hou dit dus in je achterhoofd.

Onder orgaanvlees rekenen we onder andere: hart, lever, nier, pens, maag, hersenen, pancreas, long, boekmaag en ja, zelfs testikels.

De lever is een opslagplaats voor gifstoffen, maar is tevens een bron van vitaminen A, B, C, D, E, K, ijzer, selenium en zink. Lever wordt niet altijd met evenveel overtuiging naar binnen gespeeld, geef het dan niet op maar probeer bijvoorbeeld eens lever van een andere diersoort.

Niet noodzakelijk alle organen zijn een goede toevoeging, gewoon omdat ze als orgaanvlees tellen. Je moet voor jezelf dus uitmaken wat wèl een goede toevoeging is voor jouw hond.

Een B.A.R.F.-hond heeft echter wel nood aan: hart, lever, nier en vooral ook pens.

Vis

Vis is een ontzettend goede toevoeging aan een afwisselend B.A.R.F.-menu. Voornamelijk vette vis, die bevat meer voedingsstoffen en vooral ook meer omega 3-vetzuren tegenover witte vis. Omega 3-vetzuren zijn onmisbaar in een menu waar veel omega 6-vetzuren worden opgenomen (denk bijvoorbeeld aan kip). Vis wordt volledig rauw gegeven inclusief kop, staart en graten: een bron van calcium!

Geef bij voorkeur niet meer dan 1 keer per week een volledige vismaaltijd OF 2 à 3 keer per week een volledig visje als extraatje, bijvoorbeeld een sardientje. Dit is een voorzorgsmaatregel omdat sommige vissen het enzym thiaminase bevatten. Dat is een enzym dat vitamine B1 afbreekt en in extreme gevallen kan een hond die meer dan 10% van zijn totale menu aan vis eet, verlamminsverschijnselen krijgen - en dat willen we uiteraard absoluut niet.

Blijf dus in de veilige buurt van 5-10% vis en dan is er geen probleem. Ga je eerder richting 10% omdat je hond zo gek is op vis (wat lang niet altijd het geval is), dan kan je er ook voor kiezen om een mix te geven van vis die wel en geen thiaminase bevat.

Een zeer beperkt lijstje, afgestemd op het meest voorkomende aanbod;

. Bevat WEL thiaminase:
  - sardien
  - haring
  - makreel

. Bevat GEEN thiaminase:
  - zalm
  - kabeljauw
  - koolvis

Geschikte beginnersvisjes, in verband met de hardheid van graten, zijn onder andere, sardien, makreelen haring.

Witte vissoorten zoals kabeljauw, wijting en schelvis zijn net als zalm voor een gevorderde B.A.R.F.-hond.

Ook de inhoud van schaal- en schelpdieren kan gevoerd worden, maar denk er aan dat honden, net als mensen, allergisch kunnen zijn.

Vis uit blik kan eventueel ook wel eens een keer gegeven worden, maar dan als tussendoortje. Wees spaarzaam met het voeren van tonijn in verband met de hoge concentratie kwik. Geef nooit vis die opgelegd is in soja- of zonnebloemolie omdat deze een hoog gehalte omega 6-vetzuren bevatten.

Groente(mix)

Ook groenten zijn een waardevolle toevoeging aan het menu, maar overdrijf niet. 10% is ruim voldoende. Groenten zitten boordevol vitaminen, mineralen, spoorelementen, vetzuren, chlorofyl en ruwvezels.

De groenten moeten worden gepureerd, gekookt of gestoomd; honden kunnen de plantencellen namelijk zelf niet afbreken en zo zouden ze dus niet aan al die geweldige voedingsstoffen geraken.

Neem hier een kijkje om te weten te komen wat je niet mag voeren of waarmee je spaarzaam moet omgaan.

Extraatjes

Leuke, gezonde extraatjes zijn:
B.A.R.F.'en doe je best buiten, of op een makkelijk schoon te maken oppervlakte!

Heb je na het lezen van de beginnershandleiding nog een vraag, of wil je graag een kleine 'controle' bij het opstellen van een menu voor jouw hond, dan mag je me gerust contacteren en hopelijk kan ik je verder op weg helpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten